De levensfasen van een velomobiel

Een tijdje geleden had Arjen een vraag. Die bleef door mijn hoofd spoken als een zinloos vlammetje in mijn toch af en toe al oververhitte brein. Enerzijds is mijn fiets toch waarschijnlijk al bejaard/pensionado en met de elektrische ondersteuning nu ook al met een soort kunsthart, een neuscorrectie, diverse herstelde breuken in het skelet en incontinentie verschijnselen. Dat Q1 nog rijdt is een wonder op zich. Anderen vinden dat een reden te stoppen met de fiets, wat niet geheel onverstandig klinkt. Maar wanneer is een velomobiel nou oud te noemen, of nog jong? Een totaal subjectief gegeven.

Maar de vraag is dus:

Daarvoor moeten we een aantal zaken tackelen:

  • Hoe oud is de gemiddelde mens (in Nederland voor het gemak)? 39 jaar volgens deze site. Dan hebben we een eerste referentie.
  • Dezelfde site geeft aan dat we gemiddeld 80 jaar oud worden. Daarna sterf je. Bij een fiets noemen we dat “end of life” in mooi Nederlands. En dat is als reparatie niet meer opweegt tegen de waarde van de fiets, of als de fiets gecrasht is en niet meer maakbaar is. In zekere zin is een velomobiel ook EOL als de fiets al jaren in een schuurtje ligt te vergaan en verwaarloosd is. Als laatste is het een polyester/carbon product en dat heeft ook zijn leeftijdsgrenzen (ik weet niet hoe lang dat is. Iemand?)
  • Hoe kunnen we km-stand vertalen naar een soort verbruiks-eenheid die het aantal jaren ongeveer aangeeft? Ik heb in een spreadsheet 100 Quests (*) gezet van eigenaren die regelmatig hun km-stand invullen op velomobiel.nl. Gemiddeld rijden die 80.000 km en 10.000 km per jaar. Ook al varieert de leeftijd en afstand heel sterk, een gemiddelde liegt niet. 😉 Dus een fiets van 5 jaar zal gemiddeld 50.000 km gereden hebben. Of je zou kunnen stellen dat een fiets met 50.000 km ongeveer 5 velomobiel jaren heeft geleefd. Maar is die fiets nu bejaard?
    * (Ik heb 100 Quests genomen omdat ik dan zeker wist dat er 100 waren die zeker wat bijgehouden hebben, je kan natuurlijk verder onderzoeken of dit bij een DF, Mango, Alleweder of Quatrovelo verschilt)
  • Welke levensfasen heeft een mens? Volgens Wikipedia bestaan volgens deze levensfasen:

De indeling varieert naargelang de context. Een gebruikelijke indeling is:
embryofoetus → (geboorte) → kindertijd (babypeuterkleuterschoolkindpuber)adolescentievolwassenheidouderebejaardedood

Een aantal kunnen we samenvoegen voor een fiets. Embryo en foetus en geboorte  zijn hetzelfde (het productieproces). Ik denk dat peuter, kleuter, schoolkind en puber ook samengevoegd kunnen worden, als de groeifase. Hetzelfde geldt voor adolescentie en volwassenheid. Dus houden we de volgende 6 levensfasen over voor een velomobiel:

productie –> baby –> opgroeien –> volwassen –> oudere –> bejaarde –> dood

  • Dat zorgt voor een mogelijkheid de getallen en kennis samen te voegen? Welke fasen hoort bij welke leeftijd en wat is er dan gebeurt? In de tabel hieronder ga ik dat naar eigen idee beschrijven.
levensfase beschrijving leeftijd fiets leeftijd mens
productie De fabriek maakt de fiets en de fiets wordt vervoert naar de winkel. tot 0 jaar tot 0 jaar
baby De fiets komt uit zijn verpakking en staat in de winkel op zijn eigenaar te wachten. Blinkend, netjes gesmeerd en zonder krasjes. De fiets wordt afgesteld totdat de eigenaar tevreden is. tot een paar maanden afhankelijk van wanneer de fiets gehaald wordt. tot 2 maanden ongeveer.
opgroeien De spannendste tijd voor de fiets (en de eigenaar). De afstelling wordt verbeterd, er worden zaken toegevoegd voor comfort of gemak of de snelheid. Maar ook de eerste krasjes, deukjes en grotere schade. Vaak door de onkunde van de eigenaar, of door de omgeving. Goed om te bedenken dat deze fase bij een volgende eigenaar feitelijk weer opnieuw begint. Ook bij een ervaren eigenaar kan deze fase korter duren. Maar een vuistregel is wel dat je na 20.000 km fietsen je fiets aardig begint te kennen. 0 tot 2 jaar 2 tot 21 jaar
volwassen Voor zover mogelijk is de fiets af. De eerste dingen worden vervangen omdat ze versleten zijn. De banden zijn allang een of meerdere keren vervangen. Krasjes zijn groeven geworden of netjes weggepoetst. In deze fase hoort ook een soort midlife crisis waar de fiets ernstige veranderingen ondergaat zoals een andere kleur, bult, kap, frame, achtervork, vering of wat de eigenaar maar kan bedenken. 2 tot 5 jaar 21 tot 50 jaar
oudere Ondanks alle aanpassingen van de eigenaar is de fiets duidelijk op leeftijd. Sommige eigenaren wachten niet op dit moment en verkopen de fiets. 5 tot 7 jaar 50 tot 65 jaar
bejaarde Je bent gek, of gek op knutselen als je nu nog de fiets wil berijden. Een eigenaar vertroetelt of negeert de fiets. Vaak zie je fietsen van deze leeftijd weggestopt in een hoekje wachten op een betere tijd, die misschien nooit meer komt. Sommige onderdelen moeten nodig vervangen worden. Als het nog kan en onderdelen nog gemaakt worden door de producent. 7 tot 15 jaar 65 tot 80 jaar
dood De fiets is niet meer te repareren. Het gaat de shredder in. Of aan de muur. 15 tot 20 jaar 80 tot 100 jaar

Je ziet dat de leeftijd niet geheel gelijk loopt met de leeftijd van een mens. Dat heeft enerzijds te maken met de korte baby tijd en de lange bejaarde fase. In de periode van 2 tot 7 jaar kun je aanhouden dat 1 velomobielenjaar overeenkomt met 10 mensenjaren. Of dus 1 velomobielenjaar komt overeen met 10.000 km gereden. Dat een mens van 10 jaar, 100.000 km moet hebben gereden is dan weer een cirkel redenering.

En dit is even waar als dat God kan breien. Het is even handig als een dikke spijker gebruiken als kettingpons. Het is even betrouwbaar als Trump.

Maar 1 ding is het wel. Regel 2 tot in het oneindige.

Over lighans

Berijder van Quest nummer 327
Dit bericht werd geplaatst in Ligfiets, recumbinati en getagged met , , , . Maak dit favoriet permalink.

10 reacties op De levensfasen van een velomobiel

  1. Ja heel leuk weer, dit is een blijvertje :-). Ik heb een ‘oudere’ fiets…en dat past toevallig prima bij mijn leeftijd ;-).

  2. Adri Manhave zegt:

    God, heb ik net mijn fiets die zowat mijn middelbare leeftijd had (52000+km, ik model 1960) ingeruild voor een jonge blom……………….Gaat iemand me nou een pedofietsfiel te noemen? ;-))

    • Ik vermoed een dark side op jouw internet blog, waarbij via een deep link allemaal velomobielspeeltjes te bestellen zijn, waaronder een velomobielpaal met sexy molentje, een mountain drive om een hoogste punt te bereiken, en vooral keiharde spijkerbanden…

      Voor alle andere velopedofielen die nu naarstig op zoek gaan op Adri zijn blog, het zal tevergeefs zijn….

  3. Theo van Goor zegt:

    Leuk geredeneerd en gefilosofeerd! Het stuk dat eens geschreven moest worden.:-)
    Toch gaan sommige fietsen niet echt dood maar rekken het eindeloos op. Ook als de kosten boven die van de werkelijke waarde uitstijgt.
    De Brandweerquest (Q66)was al zeker 3x totall-los en daarom uitermate geschikt om uit zijn graf op te staan als 3×26 inch Quest ipv 3×20.
    Als testmodel draaide hij zo’n 20k. Ik voegde daar vanaf 2006 nog eens 90k aan toe. In 2010 mislukte zijn (illegale en millieu onvriendelijke) begrafenis vanaf een klip in Zweden. Hij ging 3 jaar in remise voor de Q491. De binding met de Q66 was zo groot dat ik hem lied reviseren. Zo tegen 140k ging hij voorgoed met pensioen. Hij slijt zijn dagen in het velomobielmuseum. Verkopen zat niet in de voorwaarde dat ik hem ooit kon overnemen. Hij is weer terug bij zijn schepper.

  4. Quezzt zegt:

    Ik vraag me af hoeveel velomobielen daadwerkelijk worden gesloopt. Waarschijnlijk alleen maar nadat ze als oudere velomobiel na aan aanrijding zodanig beschadigd zijn dat het economisch niet meer haalbaar is ze te repareren.

    Ik denk ook dat de niet meer rijdende velomobielen eerder in een schuur of andere bergruimte onder dozen en andere rommel terecht zullen komen dan dat ze gesloopt zullen worden. Zelfs oude Alleweders hebben nog een restwaarde die soms hoger ligt dan nieuwe e-bikes van een aantal merken.

    Maar vraag is als ze weer tevoorschijn komen – bij verhuizen na vele jaren en/of als de eigenaar is overleden en zijn nabestaanden die ruimte opruimen – ze niet zover uit de tijd zijn dat vervangende onderdelen moeilijk of niet zijn te krijgen. En of diegende die ze dan in handen krijgt die moeite wil doen.

    Ook zijn velomobielmakers piepkleine bedrijfjes. Tot nu toe stabiel en groeiend ( samenwerkende productielijn ) maar zijn ze er over 10, 20 jaar nog ? Als de onderdelen niet meer verkrijgbaar zijn zullen ze niet snel meer een 2e of 3e leven krijgen. Wellicht eindigen ze dan als curiositeit in bovenin Nemo, andere thematische tentoonstellingen of musea. Of zelfs als decoratie in dierentuinen of pretparken :-)))

  5. Pingback: Het gewicht van Q1 | Quest nummer 1

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.